Rik is elf jaar en krijgt een broertje. Tenminste, hij heeft zijn ouders er in de keuken over horen fluisteren. En als grote mensen fluisteren, dan moet je wel stiekem luisteren.
Maar uit het gesprek leidt hij ook af dat zijn broertje geen gewoon leven gaat krijgen, want hij zal gehandicapt ter wereld komen. Hij zal vooral moeite hebben met praten. Dus gaat Rik op onderzoek uit. Wat kan hij doen om het zijn kleine broertje zo makkelijk mogelijk te maken en hem te helpen indien nodig.
Op zoek naar antwoorden betrekt hij mensen van zeer divers pluimage bij zijn vragen en iedereen heeft wel iets in te brengen: nuttige, grappige en gekke ideeën. Wanneer zijn ouders eindelijk aan Rik vertellen dat zijn broertje geboren gaat worden, weet Rik al precies hoe moeilijk het kan worden en wat hij eraan zal doen om het zijn broertje zo makkelijk mogelijk te maken.